Bomen herkennen

Als boomspecialist is het belangrijk dat je in staat bent snel bomen te herkennen . Om goed advies uit te kunnen brengen moet je natuurlijk weten met welke boomsoort je te maken hebt. Bijvoorbeeld als er een vta controle of een Boom Effect Analyse uitgevoerd moet worden.

In dit blog wil ik graag kennis delen over bomen herkennen. Hierin komen een aantal onderdelen aan bod.

Wat is een boom?

Volgens de bomenverordening op de website overheid.nl, is de definitie van een boom: “Houtachtig, overblijvend gewas met kroon en opgaande stam(men), waarbij in juridische zin de doorsnede van de (dikste) stam op 1.30 m boven het maaiveld minimaal 10 centimeter bedraagt.” De omschrijving van een boom kan ook heel eenvoudig: “Een boom een grote plant met een paal in het midden”. Bomen groeien in de hoogte, waarbij een duidelijk onderscheid te zien is tussen de centrale  hoofdstam en de (secundaire) takken. Ondergronds groeit het wortelstelsel, wat zorgt voor een goede verankering in de bodem. Wortels zorgen daarnaast voor opname van water en voedingsstoffen.

Bomen-herkennen

Determineren van bomen

Het determineren van bomen houdt in dat je de soort kunt identificeren. Door de kenmerken van een boom te bestuderen, kun je een boom op naam brengen. Net zoals je bijvoorbeeld vogels of (kleine) zoogdieren aan bepaalde kenmerken kunt herkennen. Vraag je jezelf wel eens af welke boom is dit? Lees dan verder en ontdek hoe deze informatie jou helpt. Oefen veel en je leert snel bomen herkennen.

Om je op weg te helpen is hieronder een vijfstappenplan voor het determineren of op naam brengen van bomen beschreven.

Stap 1: kijken zonder meer

Geef met een aantal woorden je eerste indrukken weer. Schrijf deze op en maak eventueel foto’s.

Stap 2: kijken naar het bekende

Bekijk nu nogmaals voor jezelf de boom en schrijf voor jezelf de belangrijkste onderdelen op.

Stap 3: kijken naar het nieuwe

Bekijk nogmaals de onderdelen zoals je in stap twee hebt opgeschreven. Maak nu een nauwkeurige beschrijving van de boom voor jezelf. Denk aan de vorm, kleur, bast, en allerlei details die je opvallen.

Stap 4: samenvatten

Je hebt nu een goed beeld van de boom. Kies nu twee opvallende delen van de boom om extra goed te onthouden, bijvoorbeeld blad en bloem. Bekijk deze delen als samenvatting van de boom nog eens  goed.

Stap 5: inprenten

Schrijf de wetenschappelijke en Nederlandse naam op. Bekijk de wetenschappelijke naam en spreek deze op de juiste manier uit. Tijdens het spreken zie je de boom voor je. Koppel je samenvatting in stap 4 aan de naam van de plant. Let ook op de betekenis van de soortaanduiding.

 

 

Boomsoorten herkennen

Nederland herbergt minstens vijftig inheemse boom- en struiksoorten, evenals tal van geïntroduceerde niet-inheemse bomen. Er zijn veel kenmerken die aanwijzingen geven over de soort. Hieronder volgt een omschrijving van basiskenmerken die je kunt gebruiken voor het op naam brengen en bomen herkennen.

Kroon architectuur (vorm) van bomen

Veel bomen hebben een kenmerkende uitstraling die kan worden gebruikt voor identificatie, vooral vanaf een afstand. Dit wordt ook wel de ‘habitus’ van een boom genoemd. Het gaat met name om de grootte en de vorm van een boom. Vergelijk bijvoorbeeld de slanke vorm en lichte, luchtige kroon van een berk met de breed uitlopende kroon van een eik.

Iedere boomsoort heeft een soort interne blauwdruk in zich, waarmee een boom zich idealiter zou ontwikkelen. Deze kroonarchitectuur is de architectuur van elke individuele boom. Je zou kunnen stellen dat in ideale omstandigheden elke boomsoort er hetzelfde uit zou zien.

Bomen staan echter in een zeer dynamische buitenomgeving met omgevingsfactoren zoals bodem, licht, water en wind. Deze omgevingsfactoren hebben een grote invloed op de groei en ontwikkeling van bomen. Daarnaast is er verschil in langzaam en snelgroeiende bomen.

Tip: De locatie van een boom beïnvloedt zijn uiterlijk en vorm. Dit komt door de invloed van zonlicht, wind en beschikbaarheid over water en voedingsstoffen. Bomen in bossen hebben vaak smallere kronen in vergelijking met bomen in parken, waar bomen veel ruimte om zich heen hebben.

Schors van een boom

Bekijk de schors van een boom. Kijk goed naar de verschijning, textuur, markeringen en kleur van de schors, ook wel bast van een boom genoemd. Heeft het een patroon van richels of kuiltjes, afpelende schilfers of is het gegroefd, glad of glanzend?

Tip: Bekijk de boom bast helemaal vanaf de basis tot de kroon, aangezien deze kan variëren tussen de stamvoet en de top. Bekijk bijvoorbeeld de schors van een plataan, deze heeft een heel kenmerkend patroon en kleur. Bomen herkennen aan de schors is dus heel goed mogelijk.

Bladeren van bomen 

Boom en blad horen bij elkaar. Bladeren van bomen herkennen begint bij een stukje basiskennis. Bladeren van een boom zijn nodig om verschillende belangrijke functies uit te voeren die cruciaal zijn voor hun groei en toekomstverwachting. Bomen met bladeren hebben deze dus niet voor niets. Hieronder zijn enkele belangrijke redenen waarom bomen bladeren nodig hebben:

Fotosynthese:

Boom bladeren zijn de belangrijkste organen voor fotosynthese, een proces waarbij planten zonlicht omzetten in chemische energie. Chlorofyl, het groene pigment in bladeren van bomen, vangt zonlicht op en gebruikt deze energie om water en kooldioxide om te zetten in glucose (suiker) en zuurstof.

Voedselproductie boom blad:

De glucose die wordt geproduceerd tijdens fotosynthese dient als voedsel voor de boom. Het wordt gebruikt als energiebron voor groei, onderhoud en productie van zaden.

Ademhaling boom bladeren:

Bladeren van bomen zijn betrokken bij de ademhaling van planten. Tijdens dit proces nemen bladeren CO 2 op en geven ze zuurstof af.

Waterverdamping:

Via kleine openingen in de bladeren van bomen, genaamd huidmondjes, vindt waterdamptranspiratie plaats. Dit proces draagt bij aan het transport van water vanuit de wortels naar het blad van de boom en de atmosfeer, wat helpt bij de opname van voedingsstoffen uit de bodem. Deze waterverdamping heeft ook een verkoelend effect in de zomer. De boom als natuurlijke airco!

Bladtype, Vorm en Uiterlijk boom bladeren zijn vaak het meest opvallende kenmerk, vooral in de lente en zomer. Er zijn twee basistypen bladeren:

  • Enkelvoudig: Enkelvoudige bladeren zijn ongedeeld tot aan de centrale bladnerf.
  • Samengestelde bladeren: zijn verdeeld in meerdere deelblaadjes.

bomen-herkennen

Naaldbomen herkennen

Bomen zonder bladeren maar met naalden of schubben dan, kijk je waarschijnlijk naar een conifeer. Naalden en schubben zijn het hele jaar door aanwezig en zijn nuttig bij naaldboom herkennen.

Tip: Bladeren en naalden zijn vaak de meest bruikbare aanwijzingen voor het herkennen van bomen. Kijk goed naar het type, de vorm, de randen en de rangschikking ervan. Bij handige links staat een zoekkaart ‘bladeren van bomen’.

Bloemen van bomen

Herkennen van bomen aan de bloemen. Veel bomen bloeien op een specifiek moment van het jaar. Bloemen, meestal in de lente, kunnen een andere aanwijzing zijn voor het herkennen van bomen.

Tip: Let op wanneer de boom bloeit. Sleedoorn bloeit bijvoorbeeld laat in de winter, voordat de bladeren verschijnen. Meidoorn bloeit juist veel later. Deze bloeit in mei, nadat de bladeren zijn uitgekomen.

Zaden van bomen herkennen

Kenmerken van vruchten en zaden zijn in het juiste seizoen bruikbare kenmerken voor het op soort en naam brengen van bomen. Vruchten en zaden variëren in vorm, uiterlijk en grootte. Ze variëren van harde noten tot zachte bessen.
Zaden van bomen herkennen: Belangrijk om te weten is dat er verschil is in bedekt en naaktzadigen. Als je dit verschil weet te herkennen, dan ben je al een hele stap verder. Je kunt stellen dat:

Bedektzadigen zijn loofbomen

Naaktzadigen zijn naaldbomen

  • Bedektzadigen (Angiospermen):

Zaadproductie: De zaden van bedektzadige bomen ontwikkelen zich binnen een beschermende structuur, wat een vruchtbeginsel word genoemd. Dit vruchtbeginsel ontwikkelt zich uit bevruchte bloemen.

Bescherming van de zaden: De zaden worden omgeven door vruchtwanden, die vaak deel uitmaken van vruchten zoals appels, noten, peulen of bessen.

Voorkomen: De meerderheid van de loofboomsoorten behoort tot de bedektzadigen. Voorbeelden zijn eiken, esdoorns, en fruitbomen zoals appel- en kersenbomen.

  • Naaktzadigen (Gymnospermen):

Zaadproductie: De zaden van naaktzadige bomen ontwikkelen zich op onbedekte schalen of schubben, zonder dat ze in een vruchtbeginsel zijn ingesloten.

Bescherming van de zaden: De zaden zijn niet omgeven door een vrucht, maar liggen vaak vrij op kegelschalen of -schubben. Deze schubben kunnen samengevoegd zijn in kegels.

Voorkomen: Naaktzadige bomen zijn meestal coniferen, zoals dennen, sparren, en cipressen. Ze produceren vaak kegels als dragers van de zaden. Conifeer betekend kegeldrager.

Tip: Kijk naar de kleur en voel de textuur van het buitenoppervlak van de vrucht. Open ze indien mogelijk om de binnenste zaden te bekijken.

Bladknoppen en Twijgen van boomsoorten

In de winter zijn er niet veel kenmerken om te helpen bij het herkennen van boomsoorten. Bij bomen zonder bladeren kun je de bomen herkennen aan de zogeheten winterkenmerken:

  • Bladknoppen
  • Herkenning aan de stam
  • Twijgen kunnen enkele onderscheidende aanwijzingen opleveren

Tip: Bekijk de textuur van de twijgen en of ze glad of harig zijn. Stekels kunnen duiden op meidoorn of sleedoorn. Als het ribbels heeft, kijk je misschien naar els.

Met deze basis tips kun je aan de hand van verschillende kenmerken zoals bladeren, schors en vruchten de meeste bomen in Nederland herkennen.

Boomsoorten

Hoeveel boomsoorten er wereldwijd zijn is moeilijk met zekerheid vast te stellen. In 2022 zijn de uitkomsten van een grootschalig onderzoek (Reich, 2022) naar het totaal aan boomsoorten in de wereld gepubliceerd. Het totale aantal boomsoorten wereldwijd wordt geschat op ongeveer 73.000 boomsoorten. Hieronder een beknopte weergave van het onderzoek.

De betekenis van dit onderzoek ligt in het verschaffen van een nauwkeuriger en uitgebreide schatting van de wereldwijde boomsoortenrijkdom. Boomdiversiteit is essentieel voor de stabiliteit en het functioneren van bosecosystemen, evenals voor de diverse ecosysteemdiensten die bomen leveren, waaronder het bieden van leefgebied voor dieren, koolstofopslag en het welzijn van mensen.

  • Wereldwijde boomsoorten rijkdom:

Het onderzoek schat de wereldwijde boomrijkdom op ongeveer 73.000 boomsoorten, wat ongeveer 14% hoger is dan de momenteel bekende aantallen. Dit suggereert dat er meer boomsoorten zijn dan eerder gedocumenteerd.

  • Onontdekte boomsoorten:

Ongeveer 9.000 boomsoorten worden geschat nog niet ontdekt te zijn. Deze onontdekte boomsoort(en) zijn vaak zeldzaam, continentaal endemisch en voornamelijk te vinden in tropische of subtropische regio’s. De bevindingen benadrukken dat een aanzienlijk deel van de wereldwijde boomdiversiteit nog onbekend is.

  • Geografische Verdeling:

De verdeling van onontdekte boomsoorten is niet gelijkmatig over de wereld. Zuid-Amerika wordt geïdentificeerd als een hotspot met ongeveer 40% van de onontdekte boomsoorten. Dit benadrukt het belang van gerichte conserveringsinspanningen in specifieke regio’s.

  • Kwetsbaarheid boomsoorten:

Het onderzoek benadrukt de kwetsbaarheid van de wereldwijde boomsoortenrijkdom voor antropogene veranderingen, zoals veranderingen in landgebruik en klimaatverschuivingen. Zeldzame soorten met beperkte populaties en een beperkte verspreiding, vooral in afgelegen tropische laaglanden en bergen, lopen bijzonder risico.

  • Gevolgen voor bosbescherming :

De resultaten hebben implicaties voor boombeschermingsstrategieën en benadrukken de noodzaak om niet alleen bekende boomsoorten te behouden, maar ook onontdekte en zeldzame boomsoorten. Het beschermen van biodiversiteit in regio’s met een hoge onontdekte diversiteit zoals Zuid-Amerika, wordt cruciaal.

Samenvattend draagt dit onderzoek bij aan waardevolle inzichten van de huidige stand van de wereldwijde boomdiversiteit, waarbij zowel de rijkdom aan onontdekte boomsoorten als de potentiële bedreigingen van door de mens veroorzaakte veranderingen in het milieu worden benadrukt.

Boomsoort

De term “boomsoort” verwijst naar een groep individuele bomen die onderling overeenkomsten vertonen in bepaalde kenmerken, zoals morfologie, bladstructuur, bloeiwijze, en genetische eigenschappen. Hier zijn enkele belangrijke onderdelen en kenmerken van een boomsoort:

  • Morfologische Kenmerken:

Boomsoorten delen vaak vergelijkbare morfologische kenmerken, waaronder de vorm van de boomsoort ook wel de kroonarchitectuur genoemd, de bladstructuur, de schors, en de algehele groeivorm.  Morfologie is afgeleid van het Griekse woord vorm. Het is dus een omschrijving van vormen.

  • Bloei en voortplanting:

De bloeiwijze en de voortplantingsstructuren, zoals bloemen, vruchten en zaden, zijn belangrijke kenmerken waarmee je een boomsoort kan herkennen.

  • Bladkenmerken:

De vorm, grootte, randen, en rangschikking van bladeren zijn kenmerkend voor een specifieke boomsoort. Dit kan variëren van naaldachtige bladeren bij coniferen tot brede bladeren bij loofbomen. Door goed naar de bladvorm te kijken, kun je dus goed zien of je te maken hebt met loofbomen of naaldbomen.

  • Taxonomische classificatie:

Boomsoorten worden vaak ingedeeld in een hiërarchie van taxonomische niveaus, zoals familie, geslacht en soort. Deze classificatie is gebaseerd op de verwantschap tussen verschillende groepen. Bomen behoren tot het plantenrijk. Voorbeelden van boomsoorten zijn eiken (Quercus), dennen (Pinus), esdoorns (Acer), en dennen (Abies). Het identificeren en classificeren van boomsoorten is van groot belang voor het begrijpen van biodiversiteit, ecologie en bosbeheer. Verschillende boomsoorten

Namen van bomen

Nederland kent veel inheemse boomsoorten. Elke boomsoort heeft zijn unieke uitstraling en kenmerken waaraan je de boomsoort kunt herkennen. Bomen worden soms ook vernoemd naar de ontdekker of de persoon die de soort als eerste heeft beschreven. In de Latijnse naamgeving van de soort boom zie je dit terug. In de openbare buitenruimte en tuinen in Nederland komen niet alleen inheemse boomsoorten voor, maar ook veel gekweekte cultuurvariëteiten.

Namen van bomen zijn geregeld afgeleid van een bepaalde vorm of eigenschap. De tulpenboom, bijvoorbeeld met de Latijnse naam Liriondendron tulipifere, heeft bladeren en bloemen in de vorm van een tulp. Salix caprea (boswilg) betekend door de geiten gegeten. Bomennamen zeggen dus iets over de boom zelf. Hieronder vindt je een omschrijving van een aantal loofboomsoorten met de betekenis van hun namen.

Loofbomen in Nederland

  • Veldesdoorn (Acer campestre):

Blad: Gekarteld, handvormig gelobd.
Vrucht: Samara (‘gevleugelde vrucht’) met gevorkte zaden.
Knop: Schubbig, relatief klein.
Betekenis Latijnse naam: “Acer” betekent scherp of zuur, en “campestre” betekent van het veld. Vroeger heette de soort spaanse aak. Waar deze naam vandaan komt is niet goed meer te achterhalen.

  • Noorse Esdoorn (Acer platanoides):

Blad: Grote, handvormige scherp gepunte bladeren.
Vrucht: Dubbele gevleugelde vruchten. Worden ook wel ‘helikoptertjes’ genoemd.

Knop: Groot, puntig, bedekt met schubben. Ezelsbruggetje: Noorse esdoorn rood/bruine bladknop
Betekenis Latijnse naam: “Acer” betekent scherp of zuur, en “platanoides” verwijst naar de plataanachtige bladeren. Als je het blad van de plataan naast dat van de Noorse esdoorn houdt, dan zie je de gelijkenis goed zien.

  • Gewone Esdoorn (Acer pseudoplatanus): (Esdoornboom herkennen)

Blad: Handvormig gelobd, drie tot vijf lobben.
Vrucht: Gevleugelde vrucht met gevorkte zaden.
Knop: Relatief groot, puntig. Ezelsbruggetje: Gewone esdoorn, groene bladknop
Betekenis Latijnse naam: “Acer” betekent scherp of zuur, en “pseudoplatanus” betekent vals-plataan, vanwege de gelijkenis met plataanbladeren.

  • Paardenkastanje (Aesculus hippocastanum):

Blad: Grote, tegenoverstaande handvormig samengesteld blad.
Vrucht: Stekelige bolster met glanzende kastanjes aan de binnenkant. Let op! De vruchten van de paardenkastanje zijn giftig, dus niet eetbaar.
Knop: Groot, kleverig, omhuld door kleverige knopschubben.
Betekenis Latijnse naam: “Aesculus” is het Latijnse woord voor een eikel, en “hippocastanum” betekent paardenkastanje. Als het blad afvalt, dan lijkt het litteken dat achterblijf aan op de tak waar het blad heef gezeten, op de hoef van een paard. Vandaar de naam paaardenkastanje.

  • Zwarte Els (Alnus glutinosa):

Blad: Dubbel gezaagd, afgerond.
Vrucht: Kleine kegels, opvallende zwarte ‘elzenpropjes’ die lange tijd in de boom blijven hangen.
Knop: Smal, ovaal, grijs,  en kleverig. Zie ook betekenis Latijnse naam.
Betekenis Latijnse naam: “Alnus” is het Latijnse woord voor els, en “glutinosa” betekent kleverig, verwijzend naar de kleverige knoppen. Als je els omzaagt, dan verkleurd het hout roodbruin. Dit houdt werd vroeger veel gebruikt als hakhout. In sommige delen van Nederland wordt deze soort nog steeds om de zoveel jaar als hakhout geoogst. Je spreekt dan van hakhoutbeheer.

  • Ruwe Berk (Betula pendula):

Blad: Driehoekig, dubbel gezaagd, donkergroen.
Vrucht: Klein, eivormig, hangende katjes.
Knop: Langwerpig, klein, met scherpe punten.
Betekenis Latijnse naam: “Betula” is het Latijnse woord voor berk, en “pendula” betekent hangend, verwijzend naar de hangende takken. De takken van de ruwe berk worden gebruikt om bezems van te maken. Deze bezems zijn beroemd geworden als ‘heksenbezem’.

  • Beuk (Fagus sylvatica):

Blad: Ovaal, golvend getand, glanzend donkergroen.
Vrucht: Driehoekige beukennootjes in een bolster.
Knop: Smal, langwerpig, spits en van de twijg afstaand
Betekenis Latijnse naam: “Fagus” betekent beuk, en “sylvatica” betekent van het bos, verwijzend naar de natuurlijke habitat. De beuk is een gewaardeerde boomsoort om meubels van te maken.

Esdoorn-boom-herkennen

Naaldbomen

Bij het herkennen van naaldbomen kan het volgend ezelsbruggetje helpen:

  • Spar – hierin zit de letter S naalden staan alleen/enkel Solo
  • Den – hierin zit de letter D naalden staan in tweetallen Duo
  • Larix – hierin zit de letter L naalden staan in bosjes van 20 of meer Legio (latijn voor veel)
  • Fijnspar (Picea abies):

Naalden: Kort, stekelig, donkergroen. Als je de naald uit de tak trekt, dan blijft er een klein uitsteeksel aan het uiteinde zitten een ‘pietsje’. Een goed herkenningsteken of je te maken hebt met een Picea of een Abies.

Zaadkegels: Smal, cilindrisch, hangend.
Knoppen: Smal, langwerpig, glanzend.
Betekenis Latijnse naam: “Picea” verwijst naar de grove naalden, en “abies” benadrukt de kegelvormige groei. De fijspar wordt vaak gebruikt als kerstboom vanwege zijn vorm.

  • Taxus (Taxus baccata):

Naalden: Donkergroen, schubachtig, giftig. De taxus is een extreem giftige soort. Oude taxussen zijn ook vaak aangeplant op kerkhoven.
Zaadomhulsel: Rood, besachtig, enkelvoudig.
Knoppen: Klein, eivormig, roodbruin.
Betekenis Latijnse naam: “Taxus” verwijst naar het Griekse “taxon”, wat boog betekent. Het flexibele hout wordt traditioneel gebruikt voor het maken van bogen. De Engels (longbow) boogschutters stonden bekend om hun uitstekende schutters skills. Deze bogen waren ook van taxushout gemaakt.

  • Grove den (Pinus sylvestris):

Naalden: Lang, dun, groenblauw. De naalden staan altijd in tweetallen den/duo
Zaadkegels: Ovaal, bruin, vaak gekromd.
Knoppen: Lang, slank, harsachtig.
Betekenis Latijnse naam: “Pinus” verwijst naar de dennenfamilie, en “sylvestris” betekent “van het bos”. De grove den is massaal aangeplant op de veluwe. Hier gedijt deze soort uitstekend. Toen de mijnbouw in Limburg nog actief was, werd het hout van de grove den gebruikt om stutpalen van te maken. Het hout van de den werkt namelijk net als de kanarie in de kolenmijn, door te kraken bij naderend instortingsgevaar.

  • Nordmann-spar (Abies nordmanniana):

Naalden: Glanzend, donkergroen, zilveren onderkant. Als je een naald uit een tak trekt, dan blijft er een rond litteken achter. Een duidelijk verschil met het ‘pietsje’ van de Picea.
Zaadkegels: Groot, cilindrisch, rechtopstaand.
Knoppen: Slank, glanzend, harsachtig.
Betekenis Latijnse naam: “Abies” staat voor zilveren spar, en “nordmanniana” is ter ere van de bioloog Alexander von Nordmann. Deze spar is bekend als een populaire kerstboom.

  • Japanse lariks (Larix kaempferi):

Naalden: Naaldachtig, groen, verkleurend naar goudgeel in de herfst. De naalden van de Larix staan in bosjes van tenminste 20 naalden bij elkaar L van legio.
Zaadkegels: Klein, eivormig, opvallend.
Knoppen: Langwerpig, roodachtig, schilferig.
Betekenis Latijnse naam: “Larix” komt van ‘lariks’, en “kaempferi” eert de Duitse natuuronderzoeker Engelbert Kaempfer. Deze lariks staat bekend om zijn herfstkleuren en snelgroeiende aard. Deze boomsoort wordt ook regelmatig gebruikt door roofvogels om een horst in te bouwen. Wil je meer weten over het thema: bosplantsoen? Lees dan dit artikel.

Zomereik-herkennen

App bomen herkennen

Op dit moment zijn er een aantal gratis apps beschikbaar om bomen te herkennen. Hieronder beschrijf ik er twee die goed werken. Het gebruik van een app om een boomsoort te herkennen kan handig zijn om boomsoorten te leren. Uiteindelijk is een app een hulpmiddel om bijvoorbeeld bomen aan bladeren te herkennen. Als je een boomsoort uiteindelijk goed kent of wanneer je je verder wilt verdiepen, dan is een bomengids een goed middel voor de determinatie van boomsoorten.

De Obs identify app is goed te gebruiken om bijvoorbeeld vruchtlichamen van zwammen op bomen te herkennen. Met deze app is het ook mogelijk om insecten te determineren.

Plantnet kun je gebruiken als een boom herken app. Met deze app kun je bijvoorbeeld de vaste planten en heesters in je eigen tuin op naam brengen.

Obs identify

Obs identify is een app van waarneming.nl. Deze app herkent alleen wilde dieren en planten, dus je kunt deze ook gebruiken voor bijvoorbeeld het op naam brengen van zwammen op bomen.

Google play: ObsIdentify – Apps op Google Play
Apple: ObsIdentify in de App Store (apple.com)

Plantnet

Plannet is een hulpmiddel om bomen met behulp van foto’s te identificeren.
Google play: Pl@ntNet plantenidentificatie – Apps op Google Play
Apple: PlantNet in de App Store (apple.com)

Boomziekten herkennen

Bomen kunnen net als andere organismen blootgesteld worden aan verschillende ziekten en aantastingen. Het kunnen insecten, bacteriën of schimmels zijn of een combinatie hiervan, die bijdragen aan deze ziekten.

Het tijdig herkennen van boomziekten en aantastingen is bij boomveiligheidsonderzoek  van essentieel belang om passende (veiligheids)maatregelen te nemen. In dit blog maak ik onderscheid tussen aantastingen door insecten, bacteriën ofschimmels met de daarbij behorende symptomen.

  1. Insecten:

Insecten kunnen op verschillende manieren schade veroorzaken aan boomsoorten. Blad etende insecten, zoals rupsen, kunnen bladeren beschadigen en verminderen zo het vermogen van de boom om fotosynthese uit te voeren. Hout etende insecten, zoals kevers en rupsen, kunnen tunnels in het hout graven, wat leidt tot structurele verzwakking. De wilgenhoutrups is hier een goed voorbeeld van.

  1. Bacteriën:

Bacteriën kunnen bomen infecteren en leiden tot ziekten zoals de kastanjebloedingsziekte. Symptomen van bacteriële aantastingen kunnen variëren van verwelking en verkleuring van bladeren tot zweren op de schors. Bacteriële infecties worden vaak verspreid door water, wind of insecten.

  1. Schimmels:

Schimmels vormen een andere belangrijke groep van boomziekten. Ze gedijen in vochtige omstandigheden en kunnen leiden tot rotting van levend hout en wortels. Schimmelaantastingen zijn  herkenbaar aan vruchtlichamen, zoals paddenstoelen welke zich bevinden aan de basis van de boom, evenals verkleuring en verzachting van de schors.

Kennis van het boomsoorteigen ecosysteem is belangrijk bij herkennen van aantastingen. Het boomsoorteigen ecosysteem is door Gerrit Jan keizer beschreven en op basis hiervan is de MTA methodologie door hem ontwikkeld.

Handige links:

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR27505/1#:~:text=Boom%3A%20Houtachtig%2C%20overblijvend%20gewas%20met,worden%20eveneens%20als%20boom%20aangemerkt.

Zoekkaarten:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven